Je bekijkt nu Op de pijp met

Op de pijp met

  • Bericht auteur:
  • Bericht reacties:0 Reacties

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met Marja van den Berg-Van Winden

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Marja van den Berg-Van Winden vertelt als vrijwilliger van Klas in de Kas aan basisschoolkinderen verhalen over de tuinbouw. Tijdens Kóm in de kas, komend weekend, vertel ze volwassenen juist weer over Klas in de kas, “want met meer vrijwilligers kunnen we ook meer doen.” Marja woont met haar man Wilfred ‘Wil’ in Naaldwijk. Samen hebben ze vijf jongens.

Waar kom je vandaan?

Ik ben een boerendochter uit Pijnacker. Mijn vader was dus boer en hield koeien. Natuurlijk hielpen we regelmatig mee, de koeien uit de wei halen, de kippen voeren, in de bloementuin of de moestuin. En ik denk dat ik nog steeds wel een koe zou kunnen melken. Bij ons huis in Naaldwijk hebben we ook kippen, waarvan we de eieren verkopen. Verder mis ik het niet zo hoor. Ik ben geen hele grote dierenliefhebber.

Je wilde dan ook geen boerin worden… 

Ik wilde in eerste instantie peuterjuffrouw worden! Met kinderen werken. Maar volgens mijn vader zou ik dan “toch alleen maar werkeloos worden”. Na de mavo heb ik het eerst geprobeerd in de opleiding kraamverzorgster, maar dat werd het toch niet. Uiteindelijk ben ik apothekersassistente geworden.

Da’s weer iets heel anders… 

Ja, maar wel leuk en interessant. Medicijnen maken, capsules vullen, zetpillen maken… En natuurlijk mensen uitleg geven over medicijnen. Ik vond het mooi. Ik heb vier jaar in een apotheek in Delft gewerkt voordat ik naar het Westland verhuisde.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Waarom kwam je naar het Westland?

Ik trouwde met Wil. Een Westlandse paprikateler. Dat wilde ik eigenlijk vroeger ook al. Ik wilde graag trouwen met een boer of een tuinder, want die zijn altijd thuis. Pijnacker is trouwens ook een tuindersdorp en ik heb heel wat in de kassen gewerkt in de vakanties. Het Westland was ook niet vreemd voor me. Mijn moeder komt uit De Lier, en ik heb hier dus ook de nodige ooms en tantes. Via hen leerde ik ook het tuindersleven kennen.

En toen werd je zelfs tuindersvrouw…

Ja. We hadden een tuin van drie hectare aan de Vlietweg. Dat was groot indertijd en Wil zat er samen met twee broers in. Later hebben we die uitgekocht en is de tuin ook nog eens uitgebreid met die van de buurman. Toen hadden we vier hectare. Altijd paprika’s, maar we teelden ook nog drie jaar komkommers erbij. Tussen de bedrijven door, want met vijf jongens heb je als moeder echt je handen wel vol, hielp ik ook mee op het bedrijf. Maar het moederschap was toch echt mijn roeping. Toen ik moeder werd wist ik: dit is wat ik altijd wilde.

Nu woon je ‘in het dorp’… 

In 2017 hebben we het bedrijf verkocht. Wil werd vrachtwagenchauffeur. Hij rijdt stekgoed, paprikaplanten en komkommerplanten naar de tuinders, dus we zitten toch nog wel een beetje in het werk. We verhuisden naar Naaldwijk. Maar ons huis aan de rand van het dorp biedt nog genoeg vrijheid: we hebben een tuindersschuur, een hobbykas en een weitje voor de kippen.

Jij laat de kas ook nog niet los… 

Ik ben al vijftien jaar vrijwilliger bij Klas in de Kas. Dat is een vereniging van vrijwilligers die gastlessen geven aan basisschoolleerlingen. Meestal uit groep 6. Voornamelijk in het Westland, soms ook daarbuiten, in Delft, Maassluis of Zoetermeer. Ieder jaar brengen we een plant naar de Westlandse scholen en dan bieden we onze gastlessen aan. Ik denk dat zo’n 80 procent van de Westlandse scholen meedoet.

Maar weten Westlandse kinderen al niet alles van kassen?

Dat wordt dus steeds minder. In 1982, toen Klas in de Kas begon, wisten kinderen veel meer. Vaak was hun vader tuinder, of ze hadden vriendjes en klasgenoten van wie de ouders een tuin hadden. Dat is nu niet meer zo. Er zijn minder tuinders door de schaalvergroting, en waar kinderen vroeger nog in de kassen speelden, zijn die nu vaak gesloten, vanwege de dreiging van virussen en dergelijke. Voor veel kinderen is het dus lang niet meer zo duidelijk wat er allemaal gebeurt in die kassen, en daar vertellen wij dan over.

En willen de kinderen het dan ook weten?

Natuurlijk verschilt dat per klas, maar de meeste kinderen zijn heel geïnteresseerd en willen alles weten. Ik gebruik een Powerpoint en vaak weten ze precies waar de kas staat die ik op het plaatje laat zien. Als ze een waterbassin zien beginnen ze vaak over zwemmen, en dan kan ik ze uitleggen dat dat gevaarlijk is, omdat je vaak niet meer uit zo’n bassin kunt klimmen.

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Gaat het dan over techniek of over gewas? 

Allebei. Als we vragen hoe die planten volgens hen water krijgen hebben ze het vaak over grote sproeiers. Die bestaan, maar worden lang niet in alle teelten gebruikt. Dan kunnen we dus vertellen over druppelinstallaties en eb- en vloedsystemen. Dus we hebben het zeker over techniek, maar ook over de plant. Hoe die groeit, en wat je ermee kunt. Ik vertel graag over groenten en paprika’s en hoe gezond die zijn, omdat ik daar ervaring mee heb.

Waarom vind je het belangrijk om hierover te vertellen? 

Allereerst omdat het gewoon leuk is. En ik graag aan kinderen vertel over wat er allemaal gebeurt in hun eigen omgeving. Maar ik wil ook graag iets positiefs vertellen over de tuinbouw, omdat de sector ook zo vaak negatief in het nieuws komt.

Zo erg?

Het is vooral dat de negatieve verhalen sneller gaan dan de positieve. Ooit was er paniek over EHEC in komkommers. Dat bleek uiteindelijk vooral in taugé te zitten, maar ondertussen wilde niemand meer komkommers eten. In de jaren tachtig gingen de verhalen over nitraat in sla. Bleek ook overtrokken: je moest weet ik hoeveel sla eten voordat het echt een probleem werd. Maar die verhalen gaan zo snel rond en dan zit je er maar mee als Westlandse tuinder.

Er is toch ook wel echte kritiek op de tuinbouw te geven?

Natuurlijk. Het kan altijd beter. Maar er iis ook al zoveel verbeterd. Veel mensen denken nog steeds dat er maar lukraak gif gespoten wordt. Als we dan vertellen over biologische gewasbescherming, bijvoorbeeld kapoentjes (lieveheersbeestjes) uitzetten die dan de luizen opeten, dan zien ze dat er dus echt wel wat gebeurt. Geldt ook voor energie: ja, de tuinbouw gebruikt nog steeds een hoop gas, zeker in deze tijd een issue. Maar in Westland zetten we al volop in op aardwarmte, en met WKK’s kunnen we niet alleen verwarmen, maar ook elektriciteit maken, CO2 nuttig inzetten in de kas. Dat zijn echt grote verbeteringen.

Dat doe je allemaal niet alleen, neem ik aan… 

Klas in de Kas heeft vijftien tot twintig vrijwilligers die naar scholen gaan, of klassen meenemen op excursie naar een tuinder of naar de veiling. 2019 was voor mij een topjaar toen gaf ik zon 15 gastlessen. We doen dus wel wat, maar we kunnen altijd meer vrijwilligers gebruiken, want hoe meer mensen je hebt, hoe meer je kunt. Vroeger zat Klas in de Kas ook in Klazienaveen en in Venlo, maar tegenwoordig zijn wij de enigen nog. We beperken ons dus grotendeels tot Westland, maar de belangstelling is er elders ook.

Hoe kom je met jullie in contact? 

We hebben een site (www.klasindekas.nl) en we zijn aangesloten bij WNT Web (Westlandse Natuur en Techniek). Je kunt onze nieuwsbrief aanvragen, en ik sta bij de komende Kom in de Kas ook met een standje met informatie bij Nederpel Chrysant in wateringen (kas 8). Kom in de kas is eigenlijk ook wat wij doen, alleen dan voor volwassenen. Het is leuk om die verschillende tuinen te zien.

Omdat we dit jaar ook ons veertigjarig bestaan vieren ben ik ook bezig met het maken van een jubileumpresentatie. Met oude krantenknipsels en dergelijke. Die blijken lastig te vinden, dus als mensen nog materiaal weten of hebben…

Ga je nog lang door?

Zolang ik het leuk vind wel. Maar daarnaast verveel ik me ook niet. Ik werk mee aan gezinsvieringen in de Adrianuskerk in Naaldwijk, want ik werk nog steeds graag met kinderen. En ik ben betrokken bij de buurtdiensten, waarbij we ouderen helpen met hun huishouden. Dat is óók mooi en dankbaar werk!

Geef een reactie